Op dit moment staan er in tuinen vaak ’reuzenlollies’ (zie foto). Aan de
bessen is niet te zien of ze van de inheems gevlekte aronskelk of van de
Italiaanse aronskelk behoren. De aronskelk is een goed voorbeeld van de
vergeefse moeite die wij mensen doen, om de natuur in hokjes in te
delen. De gevlekte aronskelk is nl een plant die maar in 20- 50 % van de
gevallen vlekken heeft. Je herkent de gevlekte aronskelk vooral aan het
feit dat deze noordelijke soort weet wat strenge winters zijn. Daarom
sterven zijn bladeren in de winter af en komen de eerste bladeren pas
boven de grond in maart. De Italiaanse aronskelk heeft wit geaderde
bladeren. Deze soort heeft niet geleerd om onder de grond te blijven en
heeft bladeren die al van af december boven de grond staan (en die
bevriezen dan ook soms). Het wordt nog lastiger doordat de gevlekte en
de Italiaanse aronskelk onderling kunnen kruisen. Er bestaan dus
geaderde aronskelken met bladeren die in de winter onder de grond
blijven en gevlekte aronskelken die dan boven de grond blijven. Soort
kenmerken zijn dus niet zo absoluut als taxonomen zouden willen en dat
geldt vaak in de natuur. Alle tussenvormen komen in De Heimanshof voor.
Bijzonder
Het blad van de Italiaanse Aronskelk is pijlachtig van vorm; dat van de
Gevlekte Aronskelk is enigszins afgerond. Het blad van aronskelk zit vol
met uiterst scherpe, naaldvormige kristallen. Slakken stoppen daarom ook
al heel erg snel met het aanvreten van deze ogenschijnlijk aantrekkelijke
groene bladeren. Als de bomen in blad komen en het donker wordt op de
bosbodem verwelken de bladeren. Aronskelken behoren tot de meest
ontwikkelde plantenfamilies, vergelijkbaar met orchideeën. De ’bloem’
van de aronskelk is een complexe bloeiwijze. Het omhullende spits
toelopende schut blad van de ’bloem’ omhult een zichtbare knotsvormige
bloemkolf en daaronder onder een insnoering een afgesloten kamer met
vrouwelijke bloemen onder en mannelijke bloemen bovenaan. Volgende
week meer.