Het gedrag van groene glazenmakers wijkt af van dat van alle andere
soorten. De mannetjes vliegen b.v. al rond zonsopkomst, met bedauwde
vleugels, over de krabbenscheerplanten op zoek naar vrouwtjes die daar
de nacht doorgebracht hebben. Deze vroege paring is uniek in de libellen
wereld. De mannetjes van de groene glazenmaker zijn nl in staat zichzelf
op te warmen door hun vleugels in een zeer snelle trilling te brengen.
Daarna rusten ze tot ongeveer 9.00 uur. De grootste aantallen mannetjes
zijn tussen 12.00 en 15.00 uur te zien bij water. Tussen 10-30 minuten na
zonsondergang, verschijnen zowel mannetjes als vrouwtjes massaal om te
jagen. Ook deze spectaculaire, massale vluchten in de avondschemering
van de groene glazenmaker zijn uniek in de libellenwereld. Na de paring
en het leggen van de eieren leven de groene glazenmakers nog een paar
weken. Het leven van groene glazenmakers is vrij kort: vanaf eind juni tot
eind september. De grootste aantallen vliegen in augustus. De groene
glazenmaker is zo uniek dat hij een eigen soortspecifiek wettelijke
beschermplan heeft. De kern daarvan is dat krabbenscheervelden niet met
grote baggeroperaties mogen worden weggebaggerd en de diepte van de
sloten niet dieper mag worden dan de 80 cm waarop de krabbenscheer
kan blijven wortelen. En de waterkwaliteit (zuurstof en ijzergehalte door
stroming en/of kwel) moet op peil gehouden worden.(Foto:vrouwtje)
Waar
In Nederland komt de Groene glazenmaker vooral voor in
laagveengebieden van NW Overijssel, Friesland, Utrecht, Noord- en Zuid
Holland en in de provincie Groningen. De geschatte aantallen zijn:
Utrecht, Noord- en Zuid Holland: 1000, NW Overijssel: 1000, Friesland:
1000, Groningen: 3000. Het areaal van de groene glazenmaker loopt van
Nederland tot in het West-Siberisch laagland. In Europa is de groene
glazenmaker overal zeldzaam en beperkt tot enkele ge�soleerde
populaties. Elke extra populatie zoals die ontdekt in De Heimanshof is dus
een aanwinst.