Boerenwormkruid
Een van mijn favoriete planten tijdens een rondleiding door De
Heimanshof is de late zomerbloeier boerenwormkruid. Het produceert
geen nectar, alleen stuifmeel. En daarmee is het een belangrijke
waardplant voor allerlei bijen en vlinders. De boerenwormkruidzijdebij
leeft bv uitsluitend van stuifmeel van deze soort.
Bijzonder
De latijnse naam van boerenwormkruid is afgeleid van het Oudgriekse
woord dat ’onsterfelijk’ betekent. Er zijn 2 verklaringen daarvoor in
omloop: de gele bloemen behouden lang hun kleur en kunnen als
droogboeketten gebruikt worden en de plant zou onderdeel van een soort
levenselixer zijn. Boerenwormkruid is voor mij het ideale voorbeeld van
hoe onze voorouders een wilde plantensoort voor talloze medicinale en
keukentoepassingen gebruikte. Je ruikt het al meteen als je een blad
plukt. De medicinale krachten benemen je bijna de adem, zo sterk ruikt
deze plant! Deze geuren zijn afkomstig van etherische oliën. Deze werken
als insectenverdrijvend middel tegen vlooien, motten, vliegen en mieren
en zelfs muizen gaan ervoor de loop. Vroeger hingen de mensen een bos
boerenwormkruid boven hun bed om de muggen en vliegen op veilige
afstand te houden. Boerenwormkruid bevat ook het giftige thujon, dat als
wormafdrijvend middel werd gebruikt, vooral van spoel- en lintwormen
zowel bij mensen als bij vee. In vroeger tijden was dit een zeer
belangrijke toepassing omdat bijna iedereen op het land werkte en
veelvuldig last had van wormen. Hoge doses veroorzaken duizeligheid,
krampen, buikpijn, abortus en kunnen dodelijk zijn. Ook zijn er de nodige
uitwendige toepassingen bekend van plantaftreksels t.b.v jicht , schurft,
puistjes en sproeten. In kleine hoeveelheden werd het blad van jonge
planten gebruikt om de smaak van eieren en kruidkoeken te versterken.
Waar
Deze bijzondere soort is gelukkig nu eens niet zeldzaam of bijna
uitgestorven. De soort is in heel Nederland (en Europa) te vinden op
droge plaatsen in bermen en ruigtes.