Wanneer een gastheernest eenmaal gelokaliseerd is, bezoekt het
wespbijvrouwtje het nest verschillende keren. Een nest dat reeds voorzien
is van stuifmeel, is qua geur aantrekkelijker dan een leeg nest. Wanneer
twee wespbijvrouwtjes van dezelfde soort elkaar tegen komen bij een
gastheernest, dan gedragen ze zich agressief en proberen elkaar weg te
jagen. De vrouwtjes van de zandbijen gedragen zich vreemd genoeg niet
agressief t.o.v. wespbijvrouwtjes. Dit komt omdat het wespbijvrouwtje
een zelfde geur heeft als het zandbijvrouwtje. Deze geur hebben de
wespbijvrouwtjes niet van zichzelf maar komt van klieren van
wespbijmannetjes. Tijdens het paren krijgen de vrouwtjes deze geur mee
en die blijft lang aan haar hangen. Dit is weer een prachtige ‘uitvinding’
van de natuur (gezien van uit de wespbij), dat alleen bevruchte vrouwtjes
effectief in zandbijnesten kunnen binnendringen. Een eenmaal gevonden
gastheernest wordt regelmatig opnieuw bezocht en in de gaten gehouden.
Indien het zandbijvrouwtje zelf aanwezig is, dan blijft het wespbijvrouwtje
vaak vlak bij de nestingang. Hierbij gaat ze in een ‘loerhouding’ roerloos,
met de kop in de richting van de nestingang zitten. Wanneer de gastheer
wegvliegt, gaat het wespbijvrouwtje het nest in. Ze gebruikt alleen cellen,
die pas afgesloten zijn, dus voorzien zijn van voldoende voedsel
(stuifmeel). Ze legt meestal twee eieren per broedcel, op voor de soort
vaste plekken in de wand van de broedcel. De eitjes komen na ongeveer
een week uit. De pas uitgekomen larve gaat eerst op zoek naar het
andere Wespbij eitje en vernietigt dat. Het wordt echter niet opgegeten.
Vervolgens gaat de larve naar het ei van de gastheer en voedt zich daar
mee. Pas daarna gaat de larve eten van de opgeslagen stuifmeelvoorraad.
Gedurende deze periode vervelt de larve enkele keren. De gehele
ontwikkeling van ei tot volwassen wespbij duurt een paar weken.
Op de foto een van de 43 wespbijsoorten: de sierlijke wespbij.