Eind oktober verscheen er op het insectenhotel van De Heimanshof een
sprietmager 7 cm lang insect. 3 cm daarvan bestond uit een enorme
legboor. Dat is de grootste sluipwesp en wellicht over het langste insect
van Nederland (soms wel 8 cm lang): de houtsluipwesp. Sluipwespen zijn
misschien wel de meest talrijke insectengroep. Bijna voor elke
insectensoort bestaan er gespecialiseerde sluipwespen. Hun rol is het
handhaven van het natuurlijk evenwicht in de insectenwereld.
Sluipwespen eten hun prooien van binnenuit levend op. Onze
houtsluipwesp is gespecialiseerd in het opsporen van graafwespen,
metselbijen en bladsnijderbijen waarvan de larven diep in dood
(eiken)hout leven.
Bijzonder
De houtsluipwesp kan larven van haar prooisoorten diep in het hout
opsporen. Haar voelsprieten hebben een zeer scherpe reukzin, en kunnen
lutttele moleculen van kenmerkende stoffen van hun prooisoort
detecteren. Na de ontdekking stelt kromt een vrouwtje zich in een bijna
onmogelijke bocht boven de larve waarbij haar 3 cm lange boor tussen
haar voelsprieten in het hout gedrukt wordt (zie inzetfoto). Door een
langzaam draaiende beweging drukt zij de deze steeds verder het hout in.
Zeker bij eikenhout is dit een immense prestatie. De operatie kan een uur
duren. Als de boor de larve bereikt wordt deze eerst verlamd met gif en
daarna wordt er een eitje in gelegd. Het is een indrukwekkende prestatie
om zowel de prooi zo diep in het hout te ontdekken, een ragdunne boor
diep het hout in te drijven en hem er ook nog weer onbeschadigd uit te
trekken. Probeer zelf maar eens een naald 3 cm diep in hout te steken! En
hoe de ragfijne sluipwesp (van 4- 8 cm lang) zich weer uit 3 cm hout een
weg baant is ook weer een prestatie. Slechts 20 % van de eitjes lukt het
om als volwassen insect uit te vliegen.
Waar
De houtsluipwesp is van vroeg in de zomer tot ver in de herfst op dood
hout te vinden. Bij voorkeur op eikenhout. De soort komt in heel Europa
voor, maar wordt in Nederland zelden waargenomen.