Dit is het vervolg van de column van vorige week.
Waar
andere insecten zich vaak zoveel mogelijk proberen te verstoppen
wordt de groene stinkwants vaak zonnend op bladeren aangetroffen. De
stinkstof die bij gevaar wordt uitgescheiden is zeer moeilijk afwasbaar en
kan door volwassen wantsen en nimfen worden afgescheiden. De druppel
kan blaren veroorzaken als ze in de mondholte terechtkomt. De wants laat
een typische weeïge geur achter op bezochte plantendelen zoals bramen,
waardoor de soort als schadelijk wordt gezien. Van wantsen is bekend dat
ze niet alleen stoffen uitscheiden om vijanden af te weren, maar ook om
het lichaam vrij te houden van schimmels en bacteriën. Ook de stinkstof
heeft componenten met bacteriedodende eigenschappen en stoffen die
bacteriële voortplanting tot stilstand brengen. De merel is een van de
weinige natuurlijke vijanden. Deze vogels leren gaandeweg dat ze de
wantsen in een keer moeten doorslikken om de afscheiding van hun
afweerstof voor te zijn. Ook roofwantsen zijn een vijand. Zij hebben net
als de groene stinkwants een zuigsnuit, maar zuigen hiermee
lichaamssappen op. De wants wordt ook belaagd door insecten uit andere
insectengroepen, zoals vliegen die als larve andere insecten van binnenuit
opeten.
Waar
De wants leeft op verschillende soorten waardplanten, waaronder kruiden
als brandnetel en distels, struiken b.v. uit de rozenfamilie en bomen zoals
hazelaar en zwarte els. Van al deze soorten is de hazelaar favoriet. In
landen waar op grote schaal hazelnoten commercieel worden geteeld,
wordt de wants als een plaaginsect beschouwd. De wants onttrekt
voedingsstoffen aan de noot wat tot beschadiging leidt en de noten
onverkoopbaar maakt. Ook aan vruchten zuigt de groene stinkwant: van
o.a. appel, braam, framboos en peer. De groene stinkwants is een soort
die voorkomt in grote delen van Europa, het noorden van Afrika en in de
meer gematigde delen van Azië. In Nederland is hij algemeen in alle delen
van het land.