Eiken zijn bomen die al heel lang in deze regio groeien. Hoe langer een
soort ergens voorkomt, hoe meer andere soorten de neiging hebben om
de mogelijkheden van die soort te benutten. De eik is daar een perfect
voorbeeld van. Er leven honderden soorten met en van de eik. Bv. de
Vlaamse gaai en de bosmuis verspreiden zijn eikels. Een paar honderd
soorten schimmels leven samen met zijn wortels en krijgen suikers
geleverd en zorgen zelf voor mineralen in retour. Ook het legioen insecten
dat in en van de eik leeft is groot de vliegend hert larve en boktorren
leven in zijn hout en wel 40 soorten galwespen hebben ontdekt dat het
veilig toeven is in zwellingen (gallen) die zij produceren door het
uitscheiden en inspuiten van een plantenhormoon: de buitenkant van die
gallen is een veilige harde beschermlaag en de binnenkant is zacht en
geschikt als voedsel voor de larve. En dan zijn er ook nog tientallen tot
honderden kevers en (nacht) vlinders, die van de eikengastvrijheid ge- en
misbruik maken.
Bijzonder
De meeste wespen brengen hun larven groot met dierlijke prooien.
Daarmee zijn wespen belangrijke plaagbestrijders. Maar in de natuur zijn
er altijd uitzonderingen. Bij een heel andere groep wespen, die
bladwespen genoemd worden, voeden de larven zich met plantendelen en
kunnen bij massaoptreden vooral in rozen en in elzen economische schade
veroorzaken. Op de eik komt een groep wespen voor waarvan de larven
er uitzien als een kleine naaktslak. Vanwege hun uiterlijk worden ze ook
wel bastaardrupsen genoemd. Zij hebben zich gespecialiseerd in het
"skelletiseren" van bladeren, d.w.z. zij ontdoen het blad van alle cellen
met bladgroen en laten alleen bovenste doorzichtige beschermlaag intact.
Je vindt die larfjes door goed op deels licht verkleurende eikenbladeren te
letten. Als je die om draait zie je groepjes larven zoals op de foto.
Waar
Eikenbladwespen zijn gebonden aan het voorkomen van eiken in de
gematigde loofbossen van het noordelijk halfrond.