De randen van snelwegen zijn vaak voedselarm en er komt vaak extra
veel water (aan de afwaterkant) of juist heel weinig (aan de hoge kant).
En gladheid bestrijding levert een extreem hoge concentratie aan zout.
Kortom, een snelwegrand kan een vrij extreem biotoop zijn en dus
kunnen er leuke planten en dieren voorkomen die zich bij dit soort vrij
ongewone omstandigheden nog thuis voelen. Op dit moment van het
jaar vallen er grote stroken lage felgele plantjes op. Deze lage vetplantjes
heten muurpeper omdat ze scherp smaken. Muurpeper kan 10 cm hoog
worden, maar wordt meestal niet hoger dan 5 cm. Daardoor raken ze op
de meeste plaatsen snel overgroeit door andere planten. Op muren met
een minimale grondlaag er op en op extreem arme en/of zoute plekken,
waar andere planten niet kunnen gedijen, daar kunnen ze zich
handhaven.
Bijzonder
Vetplanten zijn planten met vlezige bladeren die weinig water verdampen
bij droogte en hitte. Ze hebben een dikke huid met daarop nog een
waslaagje. Muurpeper gaat daarbij nog een stapje verder: door overdag
zijn verdamping volledig stil te leggen (huidmondjes gesloten) verliest de
plant maar heel weinig water. Probleem is dan wel dat de plant ook geen
CO2 kan opnemen (iets wat overdag moet gebeuren). Muurpeper lost dit
op, door "s nachts CO2 op te nemen en dit als appelzuur op te slaan in zijn
bladeren. Dit appelzuur samen met andere stoffen geeft de scherpe
"peper"smaak. Deze smaak is daarom "s morgens sterker dan "s avonds,
want dan is het appelzuur weer omgezet. Muurpeper wordt dikwijls in
tuinen als bodembedekker voor en ook als onderdeel van groene daken.
Als ze in de zon staan kunnen ze overvloedig bloeien en veel insecten
aantrekken. Muurpeper herstelt zich makkelijk bij beschadiging. Uit alle
afgebroken stukjes en bladeren kunnen nieuwe plantjes ontstaan.
Waar
Muurpeper komt voor op droge zandgrond, tussen stoeptegels langs
kaden, muren en vaak op kalkhoudende grond.