Wie oog heeft, voor wat er in de natuur gebeurt, kan zich dagelijks
verbazen en amuseren. Gisteren hoorde ik de eerste koekoek, werden er
maar liefst 9 zingende nachtegalen gemeld uit de Groene Weelde (ipv 1 in
2009 en 3 in 2010), verdween de laatste bloem van de in april massaal
bloeiende sleedoorn en verschenen de eerste bloeiende meidoorns om de
stuifmeel- en nectar leveranties aan de insectenwereld gaande te houden.
Vandaag aandacht voor de meidoorn, die de komende weken met zijn
bloemenpracht tuinen en bosranden zal domineren. Van het geslacht
meidoorn zijn de Eenstijlige en de Tweestijlige meidoorn inheems. De
eenstijlige meidoorn kan 10m hoog worden en heeft paarse
meeldraden(boven) en de tweestijlige 4.5 m en heeft rode
meeldraadknoppen. De eenstijlige meidoorn is verreweg de algemeenste.
Ze bloeien in mei/juni met sterk geurende bloemen.
Bijzonder
De meidoorn is door zijn doorns redelijk beschermd tegen de vraat van
grote grazers en werd om zijn dichte takkenstructuur veel als afscheiding
gebruikt. De vruchten worden gegeten door vogels die daarmee zorgen
voor de verspreiding van de zaden. In het najaar zijn het vooral
spreeuwen en vinken, en ook trekvogels zoals kramsvogels en
koperwieken. De doorns van de meidoorn zijn takdoorns. Dit zijn takken
met een scherpe punt. De doorns van b.v bramen en rozen zijn "stekels"
die uit een vervormde bladknop ontstaan. Meidoornhout is hard en fijn
van structuur en wordt daarom gebruikt voor handvaten van
gereedschappen. Meidoorns worden vaak aangetast door een bacterie die
ook perenbomen ziek kan maken (perenvuur). Na een uitbraak van
perenvuur in Zeeland in de vorige eeuw is een groot deel van het mooie
heggenlandschap gekapt. Later bleek, dat dit ten onrechte was, omdat de
bacterie niet van meidoorn naar peren overslaat.
Waar
Meidoorns komen van nature voor in Europa, Noord-Amerika, Azië en
Noord-Afrika en vooral langs bosranden. Ze hebben een voorkeur voor
een enigszins kalkrijke grond, die niet te arm is.