Het kon niet uitblijven. De aantallen damherten in de duinen nemen de
laatste jaren snel toe. Afgelopen november zag ik er 35 tegelijk in
verschillende roedels in Landgoed Leyduin, toen we de
Heimanshofklauterboom ophaalden. 2 dominante mannetjes hadden het
merendeel van de vrouwtjes onder hun hoede, 1 mannetje had er 2 en de
rest bestond uit groepjes jonge mannetjes. Het zijn vooral die jonge
mannetjes die uit de beste plekken gejaagd worden en dan gaan zwerven.
Elk jaar zijn er meer die daarbij de ringvaart oversteken (zwemmend of
via tunnels en bruggen) net als de vossen. Dit jaar waren er verschillende
waarnemingen: 2 liepen er op de Driemerenweg bij de Groene Weelde,
één in het centrum van Nieuw- Vennep en 1 mannetje werd dood gereden
langs de Hoofdvaart. En waarschijnlijk zijn er nog veel meer geweest. Ik
hoor graag van andere waarnemingen.
Het damhert is zeer gevarieerd qua uiterlijk, van zeer lichte tot bijna
zwarte exemplaren(zie foto). De vacht is meestal bezaaid met witte
vlekjes. Een ander kenmerk, waarmee het damhert zich onderscheidt van
andere echte herten (zoals het edelhert), is het schoffelgewei. Hierbij zijn
de einden van de takken met elkaar verbonden door platen. Enkel het
mannetje draagt een gewei. Het wordt in april en mei afgeworpen, waarna
het gelijk weer begint aan te groeien. De basthuid wordt in augustus en
september afgeschuurd. Damherten leven in roedels. Na de paartijd leven
de volwassen herten in aparte roedels en leven de vrouwtjes (hindes)
samen met hun nageslacht en enkele jonge mannetjes (die later de roedel
verlaten om in vrijgezellengroepen op te groeien).
Het damhert voedt zich voornamelijk met grassen, biezen en kruiden,
aangevuld met jonge bladeren, bessen (rozenbottel, braam, bosbes),
eikels, granen, wortelen en ´s winters schors, hulst en heide. Het kan
twintig jaar oud worden in gevangenschap en meer dan zestien jaar oud
in het wild.
Dit was de eerste van 2 columns over het Damhert. Volgende week het
vervolg