Komende zaterdag houden we op De Heimanshof met de Jeugdclub en belangstellenden een nachtvlindernacht. Zie voor meer informatie elders
in deze krant of op de Heimanshof website. Het verhaal van onze vlinder
van deze column begint bij de nachtvlindernacht van vorig jaar. Toen
brachten een aantal leerlingen van de Klippeholm een vingerdikke rups,
waarvan wij toen dachten dat het een ligusterpijlstaart was. Deze rups
heeft zich verpopt in een terrarium en werd recentelijk wakker als vlinder
door het meizonnetje. Het duurde 2 dagen voor zijn vleugels waren
opgepompt. En tot die tijd leek hij niet op een ligusterpijlstaart maar op
een populierenpijlstaart. Toen dit proces afgerond was en wij hem wilden
fotograferen voor zijn vrijlating, werd hij onrustig en liet daardoor zijn
ware aard zien: 2 prachtige oogvlekken op zijn ondervleugels: het was
dus een pauwoogpijlstaart! Dit verhaal illustreert dat het bij nachtvlinders
niet zo makkelijk is om de soort te bepalen. Gelukkig hebben we de hulp
van een paar experts, zowel bij de vangsttechnieken als bij de
determinatie van de soorten.
Bijzonder
De Pauwoogpijlstaart heeft in Nederland meestal van april tot eind
augustus één generatie. De vlinder heeft i.t.t. andere vlinders geen
roltong en kan dus geen voedsel opnemen. Alle reserves worden
opgebouwd in het rupsstadium. De vlinders vliegen in de
avondschemering, en laten zich overdag niet of nauwelijks tot opvliegen
bewegen en zijn dus goed te bekijken. De voornaamste waardplanten van
de pauwoogpijlstaart zijn wilg, populier, sleedoorn, fruitbomen en
vogelkers.
Waar
De pauwoogpijlstaart komt voor in de buurt van rivierbeddingen,
moerassen en vochtig grasland waar waardplanten als de wilg in ruime
mate voorkomen. Het zijn vaak lokale populaties waarvan het nageslacht
zich niet van de betreffende plek verplaatst. De vlinder is wijdverspreid in
Europa en Klein-Azië. De pauwoogpijlstaart is de afgelopen 20 jaar niet in
de Haarlemmermeer en rond Amsterdam gemeld.