Terwijl de gazons en veldennog winters kaal zijn, is er in de ondergroei van veel bossen en bosplantsoen een explosieve groei en bloei waar te
nemen. Deze bosplanten (ook wel stinzenplanten genoemd) moeten hun
levenscyclus afronden voordat bomen en struiken in blad staan. Dan doen
ze veelal met in bollen opgeslagen reservestoffen. Van half december tm
mei leveren deze soorten bijna elke week een nieuwe kleurenpracht op. In
De Heimanshof zijn ze allemaal te zien, maar ook op talloze andere
plaatsen, in het wild of in tuinen. Met het mooie weer van de afgelopen
week is er in luttele dagen een nieuwe plant verschenen: de
Vingerhelmbloem, die grote paars bloeiende groepen vormt. Deze plant is
giftig, behoort tot de papaverfamilie en wordt zo´n 20 cm hoog. Hij bloeit
van eind maart tot eind april. In de voorzomer sterven de bovengrondse
delen van de plant alweer af. In de bodem zit een knolletje ter grootte van
een hazelnoot. Binnen de oude knol komen na de bloei twee nieuwe
knollen tot ontwikkeling en vergaan de resten van de oude. Door deze
vermeerderingswijze groeien de planten vaak in groepen bijeen.
Verspreiding over grotere afstanden bereikt de plant door mieren. Die
verslepen de zaden omdat ze voorzien zijn van een zoet ´mierenbroodje´.
Bijzonder
Waar
om de bloem helmbloem heet, is op de foto goed te zien en ook de
´vingers´ van het schutblaadje aan het steeltje van elke bloem.
Vingerhelmbloem is nauw verwant aan de holwortel. Het verschil tussen
holwortel en vingerhelmbloem is dat holwortel een holle stengel en knol
heeft en dat deze bij de vingerhelmbloem massief zijn.
Waar
De Vingerhelmbloem heeft een voorkeur voor losse, vochthoudende,
voedselrijke en kalkhoudende bodems. Ze is vaak te vinden in loofbossen
aan de voet van hellingen van Frankrijk en Italië tot ver in Noord-Rusland.
De enige plek waar Vingerhelmbloem bij de kust groeit, is in Nederland.
Op de kalkrijke Haarlemmermeerse grond, in humusrijk bosplantsoen doet
deze soort het ook goed.