De onderwaterwereld ontrekt zich grotendeels aan ons zicht. Bijgaande
foto, met driehoeksmossels komt uit het onderwaterpad in de
Toolenburgse plas. Het is een kleine mosselsoort van 3-5 cm, die door zijn
gestreepte patroon ook wel zebramossel genoemd wordt. Het voorkomen
van kuifeenden (b.v in de hoofdvaart) geeft meestal een goede indicatie
waar deze mossels voorkomen, want zij vormen het hoofdbestanddeel van
hun menu. De driehoeksmossel voedt zich door water te filteren. Net als
zeemosselen maken ze byssusdraden om zich stevig aan een harde
ondergrond te bevestigen. Meestal zitten ze in kluitjes op stukken steen.
Op hun beurt worden ze vaak door zoetwatersponsen bedekt. De
voortplanting is geslachtelijk; er zijn dus mannetjes en vrouwtjes. De
eitjes en het zaad vinden elkaar in open water. De larven doorlopen een
aantal stadia waarin ze zich voeden met bacteriën en alg. Na ongeveer
een maand zetten ze zich vast.
Bijzonder
De driehoeksmossel levert een belangrijke bijdrage aan schoon
oppervlaktewater. Eén mossel kan 76 ml water per uur filtreren. In het
IJsselmeer leven zoveel driehoeksmosselen, dat ze dit twee keer per
maand volledig schoonzeven. Driehoeksmosselen richten ook economische
schade aan omdat ze in uitlaatpijpen van elektriciteitscentrales en
koelwatersystemen leven en deze hierdoor verstoppen. Vooral in Noord-
Amerika vormen ze een groot probleem.
Waar
De driehoeksmossel leeft in grote meren, rivieren, en kleine stromende
wateren en heeft zuurstofrijk water nodig. De soort komt oorspronkelijk
uit ZO Rusland, en leefde in rivieren die afwateren naar de Zwarte en de
Kaspische Zee. Door het graven van veel verbindingskanalen tussen
rivieren in Midden- en Oost-Europa in de 19e eeuw en met ballastwater is
de soort hier gekomen. In Europa is de driehoeksmossel inmiddels een
algemene soort. De oudste waarneming uit Nederland dateert uit 1827 uit
het Haarlemmermeer. Sinds 1988 komt hij ook in Amerika voor, waar hij
de inheemse mosselen verdringt.