De Gagelstruiken in De Heimanshof hebben volop katjes en een
experiment met bierbrouwerij Klein Duimpje uit Hillegom hiermee, leverde
recentelijk echt gagelbier op. Gagel komt in de Haarlemmermeer verder
weinig voor, maar de struik is zo interessant dat ik u deze soort niet wil
onthouden. Gagel is een inheemse struik van lichtzure en vochtige grond
en wordt 1-2 m. hoog. Bij wrijven aan het blad komt een aangename
harsachtige geur vrij. Net als elzen kan gagel in voedselarme bodems
overleven door een symbiose met andere organismen in wortelknolletjes
die stikstof vastleggen uit de lucht.
Gagelstruiken hebben meestal of mannelijke of vrouwelijke katjes. Echter
dezelfde struik kan van geslacht kan wisselen zodat hij in het ene jaar
vrouwelijke katjes draagt en in een ander jaar mannelijke.
Bijzonder
Gagel werd vroeger als medicinale toverplant beschouwd: De latijnse
naam van gagel: Myrica gale, is afgeleid van het Keltische woord gal, dat
zoveel betekent als balsem. De Kelten maakten waarschijnlijk al extracten
van gagelblad om pijnen aan handen en benen te verzachten. Zowel blad
als twijgen van gagel hebben klieren die het harsachtige aroma
verspreiden. Deze hars heeft een roeswerking en werd b.v. bij kiespijn
toegepast. Het blad en takken werden ook gebruikt om insecten te weren.
Daarnaast werd de plant toegepast bij leerlooien en de gele
bloemknoppen als verfstof.
Gagel werd vanwege de bitterstof in het blad voor de ontdekking van hop
tot de 13e eeuw gebruikt bij bierbrouwen. Gagel was het voornaamste
bestanddeel van gruit; een kruidenmengsel van vooral gagel, rozemarijn
en kruiden als duizendblad, serpentijn, laurierbessen, dennenhars en
salie. Gruit gaf het bier smaak en had, net als hop, een conserverende
werking. Er schijnt een heuse hop/gagel-oorlog ten grondslag te liggen
aan het feit dat hop nu het geaccepteerde smaak/conserveermiddel van
bier is.
Gagel staat op de Rode lijst van planten als algemeen voorkomend, maar
sterk in aantal afgenomen.
Waar
Gagel is een struik die voorkomt op kalkarme natte, zure of venige grond.
De struik komt van nature voor in N-Amerika en NW-Europa. In Nederland
is gagel plaatselijk vrij algemeen op de zandgronden in het oosten,
midden en zuiden en in laagveengebieden en in het kalkarme duingebied
te noorden van Bergen