Sinds kort bloeit het boerenwormkruid. Dat is een plant uit de
composietenfamilie (waar ook margriet, madeliefje en paardenbloem bij
horen), die zijn lintbloemen heeft afgeschaft en alleen zijn gele nectar- en
stuifmeelbloemhoofdjes heeft overgehouden. Deze plant is de waardplant
van een soort solitaire bij, die om die reden ook nu pas verschenen is op
de insectenhotels in De Heimanshof. Hij is op dit moment zelfs bijna de
enige bijensoort die druk nesten aan het bouwen is. Zijdebijen hebben in
verhouding een korte tong en een niet echt goed ontwikkeld
verzamelapparaat voor het vervoer van stuifmeel: gewoon vrij los in de
haren aan de achterpoten(zie foto). De soort nestelt van nature in vrij
harde leem- en zandwanden en maakt daarin nestgangen tot zo´n 5 cm
diep. Deze zijn min of meer horizontaal en soms vertakt. Vaak liggen
honderden of zelfs duizenden nestopeningen dicht bij elkaar. Ze hebben
stevige kaken waarmee ze zelfs in zachte steensoorten een nestgang
kunnen uitkauwen. Een nestblok met gaten van 6 mm is ook
aantrekkelijk. De larven overwinteren als ´rustlarve´ in een cocon en
verpopping vindt plaats in het voorjaar.
Bijzonder
De wormkruidzijdebij volgt in de insectenhotels in De Heimanshof de
metselbij (maart – juni), en de behangersbij (juni-juli) op, die
respectievelijk hun larven beveiligen met propjes klei en met stukjes blad,
waarmee het hele hol kunstige bekleed wordt. De zijdebij heeft weer een
andere manier om zijn jongen te beschermen tegen rovers: zijn naam
dankt zij aan de zijdeachtige weerschijn van hun nestruimte. Ze bekleden
de nestgang met een zelf via een mondklier geproduceerde vloeistof. Deze
bekleding lijkt op cellofaan, wat een zijdeglans geeft.
Waar
Wormkruidzijdebijen hebben een voorkeur voor zonnige, zandige of
lemige steilwanden, b.v. in groeven, langs grindafgravingen of holle
wegen. Het is de meest algemene soort van de 10 zijdebijen, die in
Nederland en België voorkomen. De wormkruidzijde komt voor vooral
voor op de hogere zandgronden in het Oosten en Zuiden van Nederland
en is in het westen zeldzamer. En natuurlijk moet er boerenwormkruid in
de buurt staan. In de Haarlemmermeer kennen we deze bij alleen uit De
Heimanshof, maar we houden ons aanbevolen voor meldingen uit andere
locaties.