Vorig jaar had ik voor Hotel de Beurs langs de Kruisweg al eens een grote
paddestoel gezien. Tegen de tijd dat ik er met een kenner bij was, was deze al
verdwenen. Hij was of door slakken opgegeten of door iemand meegenomen. De
kans dat iemand er met ‘mijn’ paddestoel vandoor was, was redelijk groot want deze
grote jongen leek verdacht veel op de lekkerste paddestoel die er bestaat: het
eekhoorntjesbrood of Porcini. Als dit waar was, zou het redelijk uniek zijn. Het
eekhoorntjes brood is namelijk redelijk algemeen, maar bijna alleen in dennen-, eiken
of beukenbossen. Op de Haarlemmermeerse klei is deze soort naar mijn weten nog
niet eerder waargenomen. Als ecoloog blijft zo’n ervaring je helder bij en een snelle
blik uit de auto vorige week, maakte duidelijk dat het weer tijd was. Onder de linden
en tussen de struikjes stonden er dit jaar maar liefst 10 exemplaren. Sommige wel
bijna een kilo zwaar. En het was inderdaad de koning onder de paddestoelen, waar
Italianen, Duitsers, Polen en ander volken die dichter bij natuur staan, graag een stuk
voor omrijden of een dag voor door het bos struinen. Eekhoorntjesbrood behoort tot
de familie van de boleten, die geen plaatjes onder de hoed hebben waaraan de
sporen groeien, maar buisjes.
Bijzonder
De meeste boleten en ook veel andere paddestoelen hebben een symbiotische
relatie met bomen. Een dergelijke symbiotische relatie, zoals de naam al zegt, is tot
wederzijds voordeel. Bomen zoals de beuk, eik, wilg, haagbeuk, tamme kastanje,
linde, den, hazelaar en larix kunnen vaak niet zonder. Symbiotische schimmels
vormen b.v. een schimmelnetwerk om de wortels heen, dat het wortelstelsel
beschermd tegen uitdroging, tegen het opnemen van zware metalen en tegen
ongewenste, als parasiet levende organismen. Verder helpen de schimmels om
voedingszouten op te lossen, waar de boom anders geen toegang toe krijgt en
helpen zo mee aan de voeding van de boom. De schimmel profiteert op zijn beurt van
de door de boom vervaardigde suikers.
Waar
Eekhoorntjesbrood tref je aan bij loofbomen en naaldbomen, vooral in lanen, bermen
en bosranden op zandige of lemige bodem. Hij kan in de zomer en in de herfst
gevonden worden. Deze soort komt met een aantal nauw verwante soorten overal
voor in Europa en Noord-Amerika.