Ter gelegenheid van Kerst en de feestdagen is het wellicht passend om aandacht aan het konijn te besteden. Het konijn is een dagdier, maar bij veel verstoring
overdag is hij meestal ′s nachts en in de schemer actief. Bij lage dichtheden leeft het
konijn in paren, bij hoge dichtheden in groepen van ongeveer 20 dieren. Territoria
worden gemarkeerd met geurklieren onder de kin, urine en hopen keutels. Bij gevaar
stampt het konijn met zijn achterpoten. Ze kunnen een topsnelheid van 40 km/u
halen, maar niet lang. Het konijn kan zich het gehele jaar door voortplanten, maar de
meeste jongen worden tussen februari en augustus geboren. Per jaar kan een
vrouwtje 3-7 worpen krijgen, met een minimum interval van 30 dagen. Na een
draagtijd van 30 dagen worden 3-12 jongen geboren in een aparte ondergrondse
nestkamer. Dit nest bestaat uit gras en mos en is bedekt met vacht uit de buik van de
moeder. Het moertje bezoekt de jongen slechts 5 minuten per dag om ze te zogen.
Het konijn wordt in het wild maximaal 9 jaar oud.
Bijzonder
Het konijn kwam in Nederland veel voor in bossen en duinen, tot in 1954 door
myxomatose de populatie instortte. De overgebleven resistente populatie nam vanaf
de 80-tiger jaren weer toe. Vanaf 1994 daalt de populatie in Nederland weer door een
nieuw (RHD)-virus. In 2004 was er nog maar 1/3 over van het aantal uit 1994. Om die
reden is het konijn in de herziene Rode lijst van 2007 opgenomen als een ‘gevoelige’
soort.
Konijnen eten hun eigen nachtkeutels. Bij dit ‘herkauwen’ worden waardevolle
vitaminen en mineralen benut; een aanpassing aan het leven in schrale gebieden.
Waar
Oorspronkelijk komt het konijn uit het Iberisch schiereiland. Spanje heeft er zijn naam
aan te danken. De Romeinse naam ′Hispania′ is nl. een verbastering van de naam,
die de Phoeniciërs aan dit gebied gaven: ′i-saphan-im′, het land der klipdassen
(waarmee ze het konijn bedoelden).
De Romeinen introduceerden het dier in het grootste deel van het Romeinse Rijk en
ook hier. Ook in Haarlemmermeer voelt het konijn zich op veel plekken thuis, rond de
A4, de N201, bij Zwaanshoek, Schiphol, op de President: kortom op veel plekken
waar de mens infrastructurele werken heeft uitgevoerd en waar zandige hellingen
achterblijven.