De boomvalk ziet eruit als een kleine slechtvalk. Mannetjes en vrouwtjes hebben hetzelfde kleed. Jongen zijn over het algemeen veel bruiner van kleur. Het is een elegante roofvogel,
die er met zijn langgepunte vleugels uit ziet als een grote gierzwaluw.
Boomvalken nemen oude nesten van kraaien en andere vogels over en leggen twee tot vier
eieren. De boomvalk jaagt vooral op grote insecten zoals libellen, die in de vlucht worden
opgegeten. Ook kleine vogels worden in de vlucht gevangen. Omdat de boomvalk op grote
insecten jaagt begint hij pas laat te broeden. Het paartje dat in de buurt van De Heimanshof
nestelt, maakte dit eind mei luidruchtig duidelijk door wilde ‘baltsvluchten’, waarbij luidruchtig
geroepen werd. Nu zit het vrouwtje op de eieren en is het stil om het nest. Pas als de jongen
uitvliegen, zo eind juli, laten de boomvalken weer van zich horen. Dit boomvalkenpaartje jaagt
vrijwel boven heel de bebouwde komt van Hoofddorp. Boomvalken op hun beurt worden af en
toe door haviken en andere grote roofvogels gevangen.
Bijzonder
:
Zijn snelheid en vliegkunsten stellen de boomvalk in staat om zelfs zwaluwen te grijpen. De
huiszwaluw en boerenzwaluw hebben dan ook een specifieke boomvalk-alarmroep.
Waar
:
De boomvalk is verspreid over Europa en Azië. Het is een trekvogel die grote afstanden aflegt
en overwintert in Afrika. Het is een weinig talrijke broedvogel van open bossen en parken. In
het verleden kwam de boomvalk in Nederland vooral voor in de bossen op de zandgronden.
De soort doet het daar de laatste jaren erg slecht. In halfopen (agrarisch) landschap wordt de
soort echter steeds meer gezien. Dit geldt ook voor de Haarlemmermeer. Er broeden meestal
zo’n 5-8 paartjes per jaar in onze polder, afhankelijk van het voedselaaanbod.