Meestal bespreken we hier bijzondere dieren of planten. Deze keer gaat het over een gewone spreeuw. Maar ook over algemene dieren zijn vaak bijzondere dingen te
vertellen. Midden in Overbos (Hoofddorp) is namelijk een bijna witte spreeuw
opgedoken. Nu bestaan er bijzondere spreeuwensoorten zoals de roze spreeuw en
er bestaan van alle soorten ook (zeldzame) albino vormen. Deze dieren kunnen door
een genetisch defect geen melanine (kleurstof) aanmaken in hun veren. Meestal
overleven deze albino dieren niet lang, omdat ze zich moeilijk kunnen verstoppen of
omdat hun ogen door gebrek aan kleurstof niet goed tegen de zon kunnen, en vaak
gaan ontsteken.
Bijzonder
De spreeuw in dit geval in echter geen albino, omdat hij geen rode ogen heeft. Verder
is de definitie van albino dat hij een volledig gebrek aan pigment moet hebben. Een
beetje albino kan dus niet.
Dit beest is kennelijk bij het aanmaken van de veren niet in staat geweest om
voldoende pigment aan te maken. Dit zou aan zijn voedsel of spijsverteringssysteem
kunnen liggen maar meer waarschijnlijk heeft hij een niet goed werkend
hormoonsysteem.
Een echte albino spreeuw is de 2e foto hiernaast.
Waar
De spreeuw is een van de algemeenste vogels van Nederland. Ondanks het feit dat
hij het hele jaar door te zien is, is het een trekvogel. De spreeuwen die wij hier ′s
zomers zien, zitten ′s winters zuidelijker en onze winterspreeuwen bevinden zich ′s
zomers noordelijker. Hun verenkleed is glanzend zwart met, vooral in het zonnetje,
een weerschijn van bronsgroen (kop en achterhoofd) en verschillende variaties
purper. In de winter is het kleed duidelijker gespikkeld dan in de zomer. Jonge
spreeuwen zijn grijsbruin met een lichte keel. Aan het eind van de zomer ruilen ze dit
verenpak om voor dat van de volwassenen.