Sinds Hemelvaartsdag komen dagelijks 1-3 lepelaars waarschijnlijk vanuit de kolonie in het Naardermeer in de Haarlemmermeer fourageren. Ze houden zich op in de
ondiepe gedeeltes van ecologische oevers in de buurt van de Toolenburgse plas.
Waarschijnlijk zijn dit ouders, die voedsel zoeken voor zichzelf en hun jongen die nu
uit het ei gekomen zijn.
In de loop van de avond vertrekken ze weer. Ze doen dat door langzaam circelend
met opstijgende lucht (thermiek) hoogte te winnen. Als ze voldoende hoogte hebben
zweven ze bijna zonder hun vleugels te bewegen helemaal naar het Naardermeer
(30-35 km ver). Dit omhoog cirkelen gebeurt pal boven de bebouwde kom van
Hoofddorp.
Bijzonder
Lepelaars hebben een onmiskenbare bouw: sneeuwwit met een opvallende
lepelvormige snavel. Hiermee zoeken ze stekelbaarzen, jonge vissen, garnalen en
andere kleine waterdieren.
Het feit dat Lepelaars de Haarlemmermeer bezoeken mag als een succes worden
beschouwd van het beleid van de gemeente en ander instanties om op verschillende
plaatsen ecologische oevers aan te leggen.
Waar
Vroeger was de lepelaar een talrijke broedvogel in Nederland. Al voor 1900
verdwenen de laatste kolonies van meer dan duizend broedparen. Het dieptepunt
was in 1969: 150 paar. Rond 1990 werd echter weer de 500-parengrens gehaald. Nu
zijn er dank zij allerlei maatregelen weer meer dan 1300 paren.
Lepelaars broeden op slechts enkele plaatsen in Europa. Nederland is na
Denemarken en Duitsland de meest noordelijke broedplaats. Behalve in het
Naardermeer zijn er kolonies op de Waddeneilanden en in de Oostvaardersplassen.
Ze overwinteren vooral aan de West-Afrikaanse kust en op natte plaatsen in de
Sahara.
Terugmeldingen
In 2007 werden in augustus, na afloop van het broedseizoen weer verscheidene
lepelaars fouragerend in de Haarlemmermeer aangetroffen.
Status: Rode lijst soort