Nederland is echt een wilgenland. Er komen wel een 80-tal soorten voor. Een stuk of 10 soorten zijn ook voor de leek makkelijk herkenbaar. Er is een groep struikvormende wilgen zoals de geoorde wilg en de katwilg en een groep boomvormende wilgen zoals de grijze wilg, de kraakwilg en de boswilg. Verreweg de meest bekende soort is de grijze wilg. Die kan wel 30 m hoog kan worden met een stamomtrek van 4-8 m. Het is de grijze wilg die het meest gebruikt wordt als knotwilg. De niet geknotte boom valt na 60-80 jaar onder zijn eigen gewicht uit elkaar. Als knotwilg kan hij wel 180-200 jaar oud worden. Ook als hij van binnen wegrot en hol wordt. Van de grijze wilg bestaan een paar variëteiten. Bv de treurwilg met hangende takken. De Goudwilg is een kleurvariant met gele tot knaloranje takken.
Bijzonder
Als knotwilg is de goudwilg een aantrekkelijk element in het landschap: alleen takken tot 3 jaar oud hebben die gouden kleur en daarna neemt de ‘normale’ bruine bastkleur de overhand. En als knotwilg houd je die kleurenpracht permanent. Vooral op een zonnige winterdag is de knotvorm van een goudwilg een lust voor het oog en trekt hij vanaf kilometers afstand de aandacht. Daarom hebben we hem ook ruim op voorraad op de bomenhubs van de Meerbomencampagne. Ze gaan weg als zoete broodjes. Een goudwilgtak (sliet)van 2-3 m lang zet je gewoon 40 cm diep in vochtige grond en wordt een boom. We hebben mannelijke en vrouwelijke bomen met verschillende katjes. Omdat wilgen al in maart bloeien zijn ze de bulkleverancier van stuifmeel en nectar voor de voorjaarsinsecten en dus ook de bijen. De bast van wilgen is ook interessant. Je kunt er mooi mee vlechten en touw van maken. Ook bevat het salicylzuur (van Salix de Latijnse naam van wilgen). En dat is niets anders dan aspirine. Die bast heeft dus een koortswerende en ontstekingsremmende werking. Vele dieren weten dat van nature te waarderen en te vinden.
Waar
Er staan verschillende clusters mooie goudwilgen in de Haarlemmermeer. Bv naast de Geniedijk bij fort Hoofddorp in Pax en langs de IJtochtzone in onze orchideeënweide in Overbos.