Sinds april 2006 is er elke week de natuurcolumn 'Ontdek de Flora en Fauna van de
Haarlemmermeer' verschenen in de Hoofddorpse Courant.
Deze column heeft ten doel belangstelling voor de verrassende verscheidenheid van
planten en dieren in onze leefomgeving te wekken.
Hieronder staat de column van deze week en daar onder kunnen alle tot dusver verschenen columns opgevraagd worden. U kunt deze selecteren en sorteren op categorie, onderwerp, het jaar en de tijd van het jaar. Combinaties zijn ook mogelijk. Ga naar de oudere columns
Met het voorjaar in aankomst worden er weer horden planten en dieren actief. In de 12 jaar van deze columns hebben we er al meer dan 500 soorten behandeld, maar er blijft nog voor jaren genoeg te ontdekken en te verbazen over. Deze week een inkijkje in een vaak ondergewaardeerde groep dieren: de pissebedden. In totaal zijner tot dusver meer dan 35 soorten van ontdekt en beschreven in Nederland. De meest algemene soorten zijn de ruwe pissebed die gaal donker gekleurd is, de grijs gekleurde kelderpissebed en de oprolpissebed.
Pissebedden zijn kreeftachtigen. Dat zijn van oorsprong waterdieren. Er bestaan ook zoetwaterpissebedden die talrijk zijn in sloten en vijvers. Net als kreeften ademen pissebedden via kieuwen. Die moeten altijd vochtig blijven. Het pantser van landpissebedden ziet er degelijker uit dan
Veel landpissebedden zijn cultuurvolgers die oorspronkelijk uit Europa komen, maar tegenwoordig tot in Nieuw-Zeeland te vinden zijn. Landpissebedden leven in een microhabitat, de omstandigheden maakt ze weinig uit, als het maar vochtig is en er schuilplaatsen en voedsel zijn. Pissebedden komen in allerlei habitats voor, van bossen tot graslanden en ook tuinen zijn geschikte leefgebieden waarvan veel mensen pissebedden kennen Uit drogen is het grootste gevaar voor pissebedden.Ze komen dan ook altijd voor in vochtige ruimtes zoals kelders of onder schors, strooisel laag of hout en stenen e.d.
Meldingen van bijzondere dieren en planten kunt u doorgeven aan info@stichtingmeergroen.nl .
Blz [ 7 ] Ga naar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 …>>
thumb | categorie: | titel: | datum: | maand: | open/dicht |
---|---|---|---|---|---|
![]() | planten | Veldsalie | 7 jul 2012 | juli | |
Veldsalie, 7 jul 2012![]() Iedereen kent salie als keukenkruid. Maar er zijn tientallen soorten salie met vooral blauwe maar ook met rode en gele bloemen, waarvan sommige zelfs naar ananas geuren. De mediterrane salie die in de keuken gebruikt wordt heeft ook allerlei medicinale toepassingen. Weinig bekend is echter dat er ook een wilde salie soort in Nederland inheems is: de veldsalie. Onze veld salie heeft minder medicinale toepassingen dan de traditionele salie. Dat komt door de veel lagere concentratie aan etherische oliën in deze soort. De veldsalie kwam vroeger veel meer voor in Nederland en was een beeldbepalende soort voor bv rivierdijken, waar hij met zijn helderblauwe bloemen en lust voor het oog was en ook de insectenwereld een grote dienst bewees met nectar en stuifmeel. Helaas is deze soort door het maaibeleid en door overbemesting sterk achteruitgegaan en staat hij op de lijst van bedreigde en beschermde
soorten. Veldsalie is een waardplant voor nectar en stuifmeel voor
hommels, vlinders, honingbijen en verschillende soorten solitaire bijen
zoals zandbijen-, groefbijen- en metselbijen soorten.
BijzonderDaarom is het redelijk bijzonder dat op een strook zand die over lijkt te zijn van de aanleg van de A9 bij de Liede een enorme groep van veldsalie planten ontdekt is dit jaar. Op waarneming.nl is deze groep van meer dan 1000 planten de grootste gemelde (en ontdekte) populatie van dit jaar en wellicht ook van ander jaren in ons land. Dus zowel de aantallen planten als de locatie ver van het rivierengebied zijn bijzonder. WaarVeldsalie is een 1m hoge behaarde, licht aromatische plant die voorkomt op droge, kalkhoudende grond. De plant komt in heel Europa voor. In Nederland komt de veldsalie zeldzaam voor in riviergebieden. Op de Heimanshof komen zowel de wilde inheems veldsalie voor als (in de kloostertuin) verschillende soorten salie voor medicinale toepassingen, zoals de ananassalie met helderrode bloemen die pas laat in september bloeit en de 'gewone salie soorten'. | |||||
![]() | kleine dieren | Veldmuis | 22 nov 2007 | november | |
Veldmuis, 22 nov 2007![]() In het braakliggende gebied langs de A4 tussen de Geniedijk en Schiphol-Rijk, verzamelden zich vorige week 5 ooievaars en tientallen reigers. De reden voor hun bezoek is de veldmuis. Deze muis is dit jaar bijzonder algemeen in de Haarlemmermeer en ook verantwoordelijk voor de al eerder gemelde exceptioneel goede broedresultaten van roofvogels. Het is dit jaar namelijk een ‘muizenjaar’. De staart van woelmuizen, zoals de veldmuis, is veel korter dan van ‘ware’ muizen (b.v de huismuis) hun oren zijn kleiner en hun snuit is stomper.De veldmuis eet vooral grassen, kruiden en granen en maakt zijn nest tot wel 50 cm diep. Nesten liggen meestal zo′n drie meter van elkaar af. In goede gebieden, zoals wegbermen, kunnen wel 750 -1400 muizen per ha leven. Een vrouwtje kan 2-4 worpen per jaar krijgen van 2-12 jongen. De jongen worden naakt, roze en blind geboren. Ze worden 20 dagen lang gezoogd en zijn 14 dagen na het zogen geslachtsrijp. In het wild leven veldmuizen 4-24 maanden. In gevangenschap kunnen ze 3 jaar oud worden.
BijzonderOngeveer elke 3 jaar is er een muizendaljaar, dan een jaar waarin de aantallen toenemen en dan een topjaar. Door de zachte en droge winter van 2006/2007 is 2007 een extreem goed topjaar. De veldmuis is het belangrijkste voedsel is voor veel dieren, zoals hermelijnen, wezels, vossen, roofvogels, uilen en reigers. Top- en daljaren bij de veldmuis hebben een rechtsreeks effect op de overlevingskans en de broedresultaten bij deze dieren. Menselijke activiteiten, zoals bouwen en maaien kosten ook veel veldmuizen het leven. Daarnaast sterven veel muizen in de winter door wateroverlast en koude. Veldmuizen zijn vooral in de avondschemer en ′s nachts actief, overdag minder. Om de kans te verkleinen door roofvogels te worden gepakt, hebben ze een speciaal leefpatroon ontwikkeld. Om de twee uur komen ze vrijwel allemaal tegelijk uit hun holletjes om te gaan eten. Hoewel er dan wel muizen gevangen worden, zijn het er minder dan dat er altijd muizen actief zijn. WaarVeldmuizen leven in drogere streken met kort gras en/of granen, zoals graanakkers, wegbermen en dijken. Het verspreidingsgebied loopt van West-Europa tot Centraal- Azië met als zuidgrens Noord-Spanje, de Alpen, de Balkan en de Kaukasus. De noordgrens loopt door Nederland en Denemarken en via de Baltische staten naar Zuid-Finland. | |||||
![]() | vogels | Veldleeuwerik | 14 jul 2012 | juli | |
Veldleeuwerik, 14 jul 2012![]() Bij een landingsbaan van Schiphol hoorde ik een overbekend geluid uit mijn jeugd, dat ik nog niet eerder in onze polder had gehoord: een op grote hoogte eindeloos doorzingende veldleeuwerik. Je kunt van Schiphol denken wat je wilt, maar het gebied rond de landingsbanen met zijn kortgeschoren grasvlaktes is voor een paar soorten de hemel op aarde. De veldleeuwerik is er een van. In mijn jeugd in de jaren '70 hoefde je maar naar buiten te stappen om hem te horen. Rond 1975 waren er ca. 500.000-750.000 broedparen. Daar is nu nog maar 10% van over. En jaarlijks neemt de stand nog met 5% af. BijzonderIn de duinen en de heides is de achteruitgang te wijten aan de verruiging met steeds meer struikgroei en gras door aan de ene kant stikstof (zure regen) uit de lucht aan de andere kant de afnemende konijnenstand door
ziektes. Op het platteland is de grootschalige mechanisering van de
akkerbouw en de veeteelt een grote boosdoener. Daarnaast komt steeds
meer maïs en wintergranen en steeds minder zomergraan en kruidenrijke
akkerranden. Ook insecticiden en herbiciden hebben hun werk gedaan.
Door de afname van bloemen en kruiden vindt de veldleeuwerik steeds
minder insecten. Eiwitrijk voedergras heeft voorrang bij boeren. De goed
bemeste graslanden worden veel vaker dan vroeger gemaaid met grote
machines en tot op de laatste vierkante meter. Nestjes van
veldleeuweriken zijn in dit maairegiem kansloos. Graanpercelen worden
voor de winter omgeploegd. Ook dat betekent minder stoppelvelden met
zaden in het winterhalfjaar. Ook op hun trektochten zijn veldleeuweriken
niet veilig. Miljoenen worden er in zuidelijke landen gevangen op de trek.
De laatste oorzaak is de aantasting van de open ruimte: de meeste
bedrijventerreinen, wegen en wandelbossen kosten leeuweriken.
WaarDe veldleeuwerik leeft in uitgestrekte boomloze akkers, duinen, heide, weilanden met een korte vegetatie en heidevelden. De soort komt voor in heel Europa, behalve in het uiterste noorden. | |||||
![]() | insecten | Veenmol | 13 apr 2008 | april | |
Veenmol, 13 apr 2008![]() Met het voorjaar in de lucht worden allerlei insecten weer actief. Eén daarvan is de
veenmol, een ver familielid van krekels. Hij leeft grotendeels onder de grond en is
vooral ′s nachts actief. De veenmol gebruikt zijn grote voorpoten als graafwerktuig en
kan er ook goed mee zwemmen. Hij heeft een voorkeur voor dierlijk voedsel: o.a.
ritnaalden, engerlingen, rupsen, regenwormen e.d. Dat is nuttig in de tuin maar met
zijn gegraaf woelt hij jonge plantjes om en knaagt ook aan plantenwortels. Een echte
plaag wordt hij echter nooit. tot in augustus zoeken zij hun
overwinteringsplaats weer op.
BijzonderDe veenmol is met 5-6 centimeter één van onze grootste insecten. De soort is hier sterk achteruitgegaan en vrij zeldzaam geworden. Daarom staan ze de Rode lijst als kwetsbare en beschermde diersoort. Belangrijke bedreigingen zijn verdroging van hun leefgebied en verstedelijking. Ook zijn ze gevoelig voor intensief agrarisch beheer en insecticiden. Niet professionele tuinders gedogen vaak dat de veenmol wel eens een worteltje of meer ′trekt’. Bij oppakken steekt de veenmol niet, maar hij kan wel bijten of een bruin vocht afscheiden. WaarOnze veenmol komt voor in een brede strook van West-Europa via Rusland en China tot in Australië. Hij heeft een voorkeur voor natte veenweidegebieden en vochtige valleien, maar kan ook goed leven in lichte zand- en zware leemgrond. Daarbij zijn moestuinen een geliefde plaats vanwege de kale omgewerkte humusrijke grond en voldoende voedsel. In de Haarlemmermeer hebben we waarnemingen uit de veengebieden bij Rijsenhout en Vijfhuizen, zandige schooltuintjes in De Heimanshof en uit de klei langs de Geniedijk in Hoofddorp-Centrum. ![]() | |||||
![]() | insecten | Varroa Mijt | 24 jun 2015 | juni | |
Varroa Mijt, 24 jun 2015![]() Het droge weer van dit voorjaar maakt het tot een goed bijenjaar. In De Heimanshof kwamen we de winter uit met 3 bijenvolken en door het grote aantal zwermen zijn het er nu al 9. Zo kan het gaan in een goed jaar. Maar andere jaren waren minder goed. Iedereen weet dat de bijen het moeilijk hebben. Wat niet iedereen weet, is dat de 3 belangrijkste oorzaken daarvan allemaal aan mensen te wijten zijn. De voornaamste is het ’netheids’ ideaal van de burgers waardoor er in de steden vooral kale bloemloze gazons overblijven. Het gebruik van insecticiden draagt ook niet bij. Maar ik wil het nu vooral hebben over de varroa mijten. Dat zijn parasieten die het op het bloed van bijen en hun larven gemunt hebben. Als wij zelf een bij zouden zijn, zouden de mijten bij ons zo groot als muizen zijn en vele larven en bijen dragen er 3-10 met zich mee (foto van bijenlarf met mijten en uitvergroting). Daardoor komen er uit larven vaak mismaakte bijen en worden de bijen verzwakt. Het is nl. een parasiet die van nature op Aziatische bijen voorkomt. Maar die hebben een poetsreflex ontwikkeld waarmee ze zich van de mijten kunnen ontdoen. Door de introductie van Aziatische bijen door imkers om te proberen de honing opbrengst te vergroten zijn de varroa mijten hier terecht gekomen. En onze bijen hebben die poets reflex Niet. Een soortgelijke kruisactie in Amerika met Afrikaanse bijen heeft daar de killer bijen op geleverd. Deze bijen passen zo goed op hun honig dat ze niet rusten voor een verstorend element afgemaakt is. Dat kost jaarlijks honderden mensen het leven BijzonderDe varroa mijt is te bestrijden met het toedienen van zuur op de bijenkast en door aangetaste ramen en volken te verwijderen. Maar helemaal kwijtraken lukt niet meer.Toch lijkt natuurlijke selectie ook hier op te treden. Want wilde bijen volken die niet behandeld worden, overleven ook. WaarVarroa mijten komen nu overal in Europa voor en komen oorspronkelijk uit Azië. | |||||
![]() | insecten | Tweepunt-deukmetselwesp (2) | 12 aug 2013 | augustus | |
Tweepunt-deukmetselwesp (2), 12 aug 2013![]() Er zijn sluipwespen die leven van het leggen van eieren in bladluizen en sluipwespen die eieren leggen in ander sluipwespen soorten. Verder zijn er graafwespen, bladwespen, bladwespen, goudwespen, hongerwespen, bronswespen, galwespen en ga zo maar door. Metselwespen zijn solitaire wespensoorten die hun prooien in een holletje proppen en er een eitje bij leggen en dan hun jong beschermen door de ingang met klei of leem af te sluiten. Het nest wordt met een mengsel uit klei en enkele tot 1 mm grote zandkorreltjes dichtgeplakt. Het duurt 1-2 dagen tot het gat dicht is. (Zie foto). Aan de grootte van de nestopening en de afsluiting van het nest, kan men veel bewoners herkennen. Drie soorten hebben een grote nestingang, maar verschillen in de afsluiting: - De tweepunt-deukmetselwesp doet veel moeite om de afsluiting van het nest heel glad te maken. - De Rosse metselbij doet dat met minder zorg en maakt een ruw klei oppervlak als nestafsluiting. - De Wormkruidzijdebij maakt uit speeksel een cellofaan-achtige stof voor de nestafsluiting. De Tronkenbij heeft kleine nestingangen met een bijzondere afsluiting: Als enige diersoort kan dit bijtje naaldboomhars met speeksel vloeibaar maken. Zij sluit het nest met een mengel uit veel naaldboomhars, enkele kleine schelpdeeltjes en zeer kleine zandkorreltjes af. De tweepunt-deukmetselwesp wordt zelf ook weer belaagd door een andere soort wesp. En wel door m.i. het mooiste insect van Nederland: de goudwesp (foto). Dit zijn zogenaamde koekoekswespen. Als het vrouwtje van hun prooidier op jacht is, leggen ze snel hun eitje in het holletje. Dat eitje komt eerder uit dan de larve van de metselwesp, peuzelt die op en leeft dan verder op de voedselvoorraad die voor dat andere jong was aangelegd. WaarDe muurwespen hebben tientallen holletjes in het insectenhotel aan het verenigingsgebouw van De Heimanshof in bezit genomen. Het is een vrij algemene soort in Noord- en Midden-Europa. ![]() | |||||
![]() | insecten | Tweepunt-deukmetselwesp (1) | 5 aug 2013 | augustus | |
Tweepunt-deukmetselwesp (1), 5 aug 2013![]() Tot een week of wat geleden was het weer relatief koud en nat. Echt ‘slakken’ weer. Op de akkers en de tuintjes in De Heimanshof hebben we tienduizenden vooral naaktslakken geraapt en afgevoerd en desondanks werden de meeste kiemplanten weggevreten voor ze volwassen werden. Maar de laatste weken hebben veel goed gemaakt.
Het is nu echt insectenweer en op en rond de insectenhotels in de tuin krioelt het van de solitaire bijen en wespen. Deze week telde ik op een moment tientallen 3- 4 mm grote tronken bijtjes, vele rosse metselbijen, 10 bladsnijdersbijen met de onvermijdelijke rovers die daarop af komen, 5 goudwespen, 4 hongerwespen, en nog een stuk of 20 zenuwachtig rondvliegende en ondefinieerbare sluipwespensoorten.
Een ander insectenhotel werd massaal bezocht door metselwespen. Van deze soort hadden we er nog nooit zoveel gezien. Het was de tweepunt-deukmetselwesp (Symmorphus bifasciatus; zie foto). (Met duizenden soorten om te benoemen krijg je dit soort ingewikkelde namen). Deze soort is gespecialiseerd in het vangen van bladhaantjes, zoals het blauwe wilgenhaantje en het veelkleurig wilgen haantje, waarvan met name de 2e veel in De Heimanshof voorkomt. Bijen en wespen zijn nauw verwant. Het verschil tussen beide groepen is dat bijen stuifmeel als eiwitbron voor hun larven gebruiken en wespen hun jongen groot brengen op dierlijke prooien. Er zijn in Nederland ca 350 soorten bijen bekend, maar er zijn duizenden wespensoorten. Wespen vervullen in de insectenwereld de rol van wolven, leeuwen en marters bij de zoogdieren: het zijn rovers die het aantal ’vegetarische’ soorten bejagen en zo de natuur in balans houden. En zo hebben wespen zich op duizenden manieren gespecialiseerd om andere insecten te vangen. De meeste wespen soorten zijn sluipwespen, waar we in tegenstelling tot de ‘limonade’ wesp nooit iets van zien of last van hebben. Met dank aan Professor Ernst die met insectenweer dagelijks in De Heimanshof is voor informatie en foto’s. | |||||
![]() | vogels | Turkse Tortelduif | 15 nov 2007 | november | |
Turkse Tortelduif, 15 nov 2007![]()
De aanleiding voor het onderwerp deze week is de melding van een curieus
broedgeval van een Turkse Tortelduif dat rond 6 november begon. De Turkse tortel
is een duif die tegenwoordig vrij algemeen in Nederland voorkomt. Het is een beige
vogel van ongeveer 30 cm lang, met een donker streepje in de nek. Ze eten
voornamelijk zaden, rupsen, kevers en kleine vruchten. Het is een vogel die redelijk
veel in de buurt van mensen komt: een cultuurvolger.
weg bij het nest.
BijzonderDoor het gammele nest mislukt een broedsel regelmatig, maar door steeds weer opnieuw een nest te maken lukt het de meeste Turkse tortels toch regelmatig jongen vliegvlug te krijgen. De meeste paartjes hebben wel 5 broedsels per jaar. De jongen uit het eerste legsel doen een paar maanden later zelf al weer mee aan de voortplanting. Er zijn weinig vogels die zich zo snel kunnen vermenigvuldigen. Het curieuze broedgeval midden in november is misschien dus minder een uitzondering dan eerst gedacht. De Turkse Tortelduif heeft de inheemse (gewone) tortelduif vrijwel verdrongen. WaarDe Turkse tortel is sinds 1900 vanuit de Balkan West-Europa binnengetrokken. Het eerste geregistreerde broedgeval in Nederland was in 1949. Door allerlei onbekende factoren, maar zeker ook door de hoge voortplantingssnelheid explodeerde tussen 1950 en 1980 het aantal broedgevallen tot ongeveer 250.000 paar. Daarna is de stand ingestort en heeft zich gestabiliseerd op aantallen tussen de 50.000 tot 100.000 paar. De neergang van de aantallen liep parallel met die van een andere cultuurvolger: de huismus. Van de factoren die de huismus raakten (het steeds minder uitkloppen van tafelkleden en een betere isolatie van huizen met minder dakpanholletjes) lijkt voor de Turkse tortel alleen het voedselaanbod mogelijk relevant. | |||||
![]() | insecten | Tuinbladsnijder | 28 sep 2008 | september | |
Tuinbladsnijder, 28 sep 2008![]() Tuinbladsnijder, behangersbij of buikschuiverVan de 330 soorten bijen in Nederland is vooral de honingbij bekend. Dat is een volkenvormende soort, waarvan de koningin als enige eieren legt. Zij wordt geholpen door 20.000 tot 100.000 werksters. Naast deze volkenvormende of sociale bijen bestaan er nog ruimt 300 andere solitaire soorten. Bij deze soorten is de koningin behalve degene die eieren legt ook haar eigen werkster. Zoals vaak in de insectenwereld hebben de solitaire bijen, zich op een fascinerende wijze aangepast en gespecialiseerd: Zo zijn sommige bijen zijn heel groot geworden en andere heel klein. Andere soorten vliegen vroeg in het jaar en andere laat. Eén van de meest interessantste vormen van specialisatie komt tot uitdrukking in het materiaal waarmee zij hun nesten maken. In mei vermelde ik de metselbij die holletjes (in b.v een insectenhotel) afsluit met kleipropjes. Een andere soort produceert een soort uithardend speeksel, waarna zij zijdebij is genoemd. De soort van deze week, de tuinbladsnijder heeft weer een andere aanpak. Deze soort snijdt stukjes blad af waarmee zij haar holletjes bekleedt. Daarom wordt deze groep van bijen ook wel de
‘behangersbijen’ genoemd (zie foto’s). Wellicht heeft u het werk van deze bij wel
eens in uw tuin gezien. Bladeren van sommige struiken (bij mij thuis de laurier)
hebben een gekartelde vorm gekregen door alle rondjes die eruit geknipt zijn.
Behalve bladeren gebruiken deze bijen ook stukjes bloemblad (ter decoratie?)
BijzonderNog een naam van deze soort is ‘buikschuiver’. Dit heeft te maken met de manier waarop deze bij stuifmeel verzameld, waarop haar larven groot worden. Honingbijen en hommels verzamelen stuifmeel aan korfjes die gevormd worden door lange haren op de achterpoten. Bij de buikschuiversoorten zit een dergelijk korfje onder de buik. Door met haar buik over stuifmeelrijke bloemen te schuiven zoals heelblaadjes en andere composieten, wordt het stuifmeel daarin verzameld. WaarDe tuinbladsnijderbij is niet zeldzaam en komt door heel Nederland voor. Buiten het stedelijk gebied wordt deze soort weinig aangetroffen, wat erop wijst dat het een cultuurvolger is. ![]() | |||||
![]() | insecten | Tronkenbij (2) | 2 okt 2011 | oktober | |
Tronkenbij (2), 2 okt 2011![]() Mannetjes tronkenbijen overvallen de vrouwtjes als die landen bij hun nestgang. Na een 1e paring weert het vrouwtje hen meestal af. Zolang de mannen leven, blijven ze met grote energie deze enige levenstaak verrichten. Ze slapen meestal bij elkaar in lege gangen. Tronkenbijen hebben een kenmerkende manier om hun nestjes te maken. Daarvoor zoeken de vrouwtjes bestaande gangen van 2,5 tot 7 mm doorsnee. Dat kan zijn in dakriet, kevergangen in dood hout en ook boorgangen in insectenhotels. Ze maken oude nesten schoon en blijven trouw terugkomen op hun geboorteplek of dicht daarbij. Een deel van de populatie zwermt uit, want ze bezetten ook snel nieuwe nestmogelijkheden op andere plaatsen. In een gang wordt eerst van hars een vertikaal wandje gemaakt, vaak niet meer dan 1 mm dik (zie foto van
bij met hars en stuifmeel). Daar tegenaan wordt stuifmeel gebracht, dat
bij de volgende binnenkomst wordt bevochtigd met nectar. Dan volgt weer
een laag stuifmeel, dat wordt bevochtigd met nectar. Op deze manier
ontstaat een "bijenbroodje", dat vrijwel altijd geel is. Als de
voedselvoorraad voldoende is, wordt er een ei in de laatst gemaakte
verticale wand gestoken. De bijen kennen maar één generatie per jaar en
per vrouwtje worden er vaak niet meer dan 8 eitjes gelegd. Dat betekent
dat hun manier van voortplanten ecologisch heel veilig is, anders werden
er wel veel meer jongen grootgebracht. Bijzonder is, dat veel van de
tronkenbijen vooruit lijken te denken. Als ze hars binnenbrengen voor een
celwand, stippen ze vaak met kleine druppeltjes al de plekjes aan waar de
volgende celwanden moeten komen. Ze weten dus al tevoren hoe lang ze
die zullen maken. De laatste celwand is meestal meer dan een cm van de
voorkant van de gang gelegen, waarna de gang helemaal aan de voorkant
met een harsprop van 5 mm dik wordt verzegeld. Gewoonlijk worden er
kleine steentjes, houtpulp en soms ook wel strootjes of stokjes in
vastgelijmd als "wapening". | |||||
![]() | insecten | Tronkenbij (3) | 9 okt 2011 | oktober | |
Tronkenbij (3), 9 okt 2011![]() Door een olieachtige uitscheiding kleven de kaken van de tronkenbij niet vast aan de hars die ze verzamelen. Oude hars wordt opnieuw gebruikt. Ook verzamelen ze nieuwe hars of stelen die bij de buurvrouw. Stuifmeel en nectar worden bijna alleen verzameld op planten met een hartje met gele buisbloempjes, zoals gele ganzenbloem, kruiskruiden e.d.(zie foto) Tronkenbijen verzamelen stuifmeel op een speciale manier. Het zijn zgn "buikschuivers", die stuifmeel tussen haren op hun buik verzamelen i.t.t. honingbijen en hommels die stuifmeel in klompjes aan hun achterpoten verzamelen. Buikschuivers slaan in hoog tempo met hun achterlijf op de meeldradenbuisjes, zodat het stuifmeel vanzelf tussen de haren terecht komt. Intussen zuigen ze enkele bloemtjes verder nectar op. Door deze manier van stuifmeel verzamelen, zijn ze zeer effectieve bestuivers. Alleen vrouwtjes verzamelen stuifmeel voor hun broed en mannetjes hebben dan ook geen buikharen. De tronkenbij heeft een aantal gespecialiseerde parasieten: De gewone
tubebij is een koekoeksbij, die haar eieren in nesten van tronkenbijen legt
en om die reden erg op de tronkenbij lijkt. De kleine knotswesp is altijd te
vinden in de buurt van de nesten van tronkenbijen. Net als de
hongerwespen (een soort sluipwesp) liggen ze vaak op enkele centimeters
afstand van de nestingang plat tegen het hout gedrukt, te wachten op een
goede gelegenheid. Al deze parasieten zijn tussen de tronkenbijen op de
bloemen in de buurt aan te treffen. Daar herkennen deze hen niet als
rovers. Pas als ze binnendringers bij thuiskomst verrassen, worden die er
met de kaken uitgetrokken. Ook mannetjes van tronkenbijen doen
onbewust wel mee aan het verkleinen van de kansen voor parasieten,
door hun zeer fanatieke patrouilles voor de nestgangen. Dat is mogelijk
een van de redenen dat dit voor de vrouwtjes lastige gedrag toch
evolutionair voordeel oplevert. Ik wens u veel plezier met het bestuderen
van activiteit rond insectenhotels. ![]() | |||||
![]() | insecten | Tronkenbij (1 ) | 25 sep 2011 | september | |
Tronkenbij (1 ), 25 sep 2011![]() Er zijn afgelopen week 3 nieuwe natuurkunstwerken verschenen in de Haarlemmermeer. 1 in de fruittuinen, 1 in Overbos langs de Ijtocht bij de Braambosschool en 1 in Jeugdland Nieuw-Vennep. Net als het in 2008 geplaatste kunstwerk in het insectenpad in het Haarlemmermeerse Bos (hoek N201/Ijtocht) zijn het insectenhotels, die tot doel hebben u te interesseren voor de fascinerende wereld van de insecten. Het zijn nl "holletjesparadijzen" voor een 300-tal soorten (niet stekende) bijen en een 200-tal eveneens onschuldige wespensoorten. In tegenstelling tot een algemeen vooroordeel dat alle insecten steken, jeuken of prikken, geldt dit maar voor maar 10 van de ruim 25.000 soorten in ons land. Verreweg de meeste soorten zijn fascinerend in hun leefgedrag, nuttig en prachtig mooi om te bekijken. En dat geldt zeker voor de 500 solitaire bijen- en wespensoorten die veelal afhankelijk zijn van natuurlijke holletjes, en die bij gebrek daaraan (door overijverig snoeien, klepelen en zagen van de mens) vaak dreigen uit te sterven. Om die reden is De Heimanshof i.s.m.
de nieuwe Stichting M.E.E.R.Groen bezig om deze waardevolle
medebewoners de plek te gunnen die zij verdienen. Reeds 50
insectenhotels zijn de afgelopen 3 jaar bij scholen, instellingen en
bedrijven geplaatst en nu staan er door samenwerking met de gemeente
dus ook een 4-tal in openbaar terrein. In deze periode van het jaar is b.v.
de tronkenbij nog aan te treffen. Dit is een klein zwart bijtje van 6-10
mm, die de meeste mensen niet als bij zouden herkennen, maar die in
levenswijze een goed voorbeeld is van de fascinerende insectenwereld op
en rond insectenhotels.
BijzonderTronkenbijen ontlenen hun naam aan het feit dat ze van nature vaak in oude boomstronken nestelen. Ze zijn de meest honkvaste van alle solitaire bijen. Vele generaties achter elkaar vertrouwen ze hun nakomelingen aan steeds dezelfde nestgelegenheden toe. Mannelijke tronkenbijen verschijnen gelijk met de vrouwen. Volgende week meer. ![]() |